Historie van Café Daen

Lees hier alle informatie over de geschiedenis van ons prachtige café.

Het pand

De Oude Lakenhal op de Grote Markt is een van de historische gezichten welke zo kenmerkend zijn voor Nijmegen. Lag het eerste Nijmeegse (economisch) centrum met herbergen en pakhuizen ergens rond de Grotestraat (vanwege de Waal). Pas in de late Middeleeuwen kwam de nadruk meer op de Grote Markt te liggen.

Nijmegen kent verschillende markten (bijvoorbeeld de Kannenmarkt en de Korenmarkt) en op de Grote Markt werd vooral voedsel (groenten) uit het Land van Maas en Waal verkocht. Hier staat ook de Waagh, een pand uit 1612, dat de bekende trappen aan het begin nog niet had maar een zuilengalerij.

Daen met ae

Het pand, wat de originele naam ‘Laeckenhal’ heeft, (vandaar dat Daen met-ae-geschreven wordt) is een aaneenschakeling van verschillende panden die allen gelijkvloers waren. Zowel nummer 20, 21, 22, 23,24 als 25 hoorden namelijk bij elkaar en hadden dezelfde gevels.

Eind 14de eeuw verrees aan de westzijde van de Grote Markt de ruim 50 meter lange Lakenhal. De begane grond bestond uit een open galerij met een gesloten achtergevel – er was slechts een kleine doorgang naar het Sint Stevenskerkhof – en bood plaats aan kleine handelaren. De bekende kerkboog was er dus nog niet.
Het laken wat er werd gemaakt is niet het laken zoals we dat vandaag de dag kennen. Vaak waren dit stoffen gemaakt van wol. Laken was – vanwege het nogal gecompliceerde productieproces – min of meer een luxeproduct. Dit had tot gevolg dat de lakennijverheid al vrij spoedig een zaak van gespecialiseerde ambachtslieden werd, terwijl een groot deel van de plattelandsbevolking zich nog kleedde in huisgesponnen en huisgeweven stoffen. Nijmegen had in die tijd dan ook een Laken-Gilde.

Geen wroetende meeste meer

De overdekte ruimte op de eerste verdieping was bedoeld voor de lakenhandel. Rond 1540 begon een modernisering van het gebouw. Om de verbinding tussen marktplein en kerkhof meer aanzien te geven, werd de Lakenhal in het midden doorgebroken. Hier werd in de jaren 1542-1545 een zware natuurstenen poortdoorgang in laatgotische stijl gebouwd door bouwmeester Claes die Waele. Boven de boog werden de twee gesplitste delen van de Lakenhal waarschijnlijk weer door een overkapping met elkaar verbonden. Onder de poort lagen roosters om te voorkomen dat beesten gingen wroeten op het kerkhof (achter café Daen)

Latijnse wijsheden in Nijmegen

Eind 16de eeuw verloor de lakenhandel aan betekenis en werd de Lakenhal opgedeeld in verschillende panden, die vervolgens werden verhoogd tot maximaal vier verdiepingen.

Hierbij kregen de panden ook verschillende gevels. De Kerkboog werd in 1605-1606 bekroond met een door Thomas Singendonck ontworpen bovenbouw in Hollandse renaissancestijl. Deze bovenbouw werd voornamelijk opgetrokken uit baksteen en met natuursteenelementen versierd. De middenpijler van de onderbouw werd in 1605 bekroond met een gebeeldhouwde leeuw die het Nijmeegse stadswapen vasthoudt. In 1606 werd boven de bogen een tweetal cartouches met Latijnse teksten aangebracht. Links staat:

‘Concordia res parvae crescunt discordia maximae dilabuntur’

(Door eensgezindheid groeit het kleine. Door tweedracht gaat het grote ten onder), de rechter tekst komt uit psalm 40 en luidt:

‘Beata gens cuius dominus spes eius’

(Gelukkig het volk, dat hoop stelt op zijn heer).
Pas een jaar na de voltooiing van de bovenbouw werd aan de achterzijde, naast de doorgang, een traptorentje gebouwd dat toegang gaf tot de eerste verdieping. Voor de spil van de wenteltrap gebruikte men een zeven meter lange boomstam, waarin de leuning werd uitgehouwen.

Aan het werk

In 1931/1932 werden de eigenlijke twee panden van Café Daen ingrijpend gerestaureerd. Het pand werd voorzien van een middeleeuws aandoende pui in natuursteen, de twee vensters van de tweede verdieping maakten plaats voor één venster en de trapgevel werd in oude staat hersteld.
De puntgevel aan de achterzijde van het pand werd in 1966 gereconstrueerd. Ook de achterzijden van de huizen zijn het bekijken waard. Vooral in de muren zijn sporen van vroegere verbouwingen zichtbaar.

Aan de achterzijde van het pand zat vroeger een twee verdiepingen tellende aanbouw, maar deze verdween waarschijnlijk bij de restauratie in de jaren ‘20. Nu staat er een lage aanbouw.